Als alles goed gaat, verschijnt er volgende week woensdag een nieuw boek van mij. ‘Wish you were here’, mijn zesde jeugdroman al. Dat zorgt voor stresspieken iets voor drieën ’s nachts, en iets erna ook. ’s Nachts vergroot alles zich uit tot dreigende schaduwen op het fragiele wit van het plafond. Alles, behalve mijn zelfbeeld. Dat wordt mij op slinkse wijze ontnomen, in het donkerste uur ontken ik mijn eigen bestaan. Opstaan doe ik nooit, ’s nachts komen de wolven, tenslotte, en ik heb al schrik van een dwergschnauzer. Ik blijf liggen en sleur mezelf door het stof langs een aantal terugkerende stadia naar waar ik zijn moet: de halfslaap.
- Ik verken alle rotatiehoeken van mezelf tot ik niet meer zeker ben of mijn middelpunt nog wel in bed ligt.
- Ik probeer aan andere dingen te denken dan aan het feit dat ik wil slapen. In hoeveel landen is Joegoslavië uiteengevallen?, vraag ik mezelf. In zes!, antwoord ik. Ha, maar in welke landen? Servië, Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Slovenië, euh, Montenegro en ja, nog eentje dus. Meestal leidt dat naar hetzelfde punt: waarom weet ik zo weinig? Waarom lees ik niet vaker de ernstige stukken in de krant? Enzovoort. Tot het tijd is voor het volgende stadium.
- Ik spreek mijn eigen tenen, knieën en wimpers toe.
‘Ontspan.’
‘Je bent ontspannen.’ - Ik denk aan Mister Miyagi van The Karate Kid.
I, II en III.
‘Focus, Evelien-san,’ zeg ik tegen mezelf. Met zíjn accent. En nog van alles, maar pijnlijker moet het niet worden. - De halfslaap is genadig. Hoe grillig de nacht tot hiertoe ook geweest is, eenmaal in de halfslaap is de rest een eitje. Nieuw boek? Ach ja. In het licht van de eeuwigheid van mijn leven overleef ik dat wel. Mijn demonen worden demoontjes. Ik aai ze. Stop ze in. Het wordt mooi, dat boek. Ik werkte er zo hard aan. Wat anderen er ook over denken, ik zal zelf altijd van dit boek houden.
- En dan slaap ik en droom ik een paar korte, hoopgevende dromen.
Nu, bij klaarlichte dag aan mijn computer, besef ik dat wakker liggen geen geldige reden is om geen boeken meer te schrijven. Ook zonder nieuw boek lukt me dat vlotjes. Maar ik heb nog vier andere reden achter de hand. Waarover gauw meer.