Jeugdboekenmarathonmaand

Ik ging de afgelopen weken praten in scholen en bibliotheken over mijn boeken en hoe dat schrijven er bij mij aan toe gaat. Vroeg uit de veren om elke dag weer honderden kinderen te laten zien dat schrijvers ook maar mensen zijn. Ik ging naar Maarkedal en Meulebeke, naar Liedekerke en naar Gent, driewerf naar Waregem, naar Eeklo en Zomergem. Ik ging naar Nazareth, naar Poperinge, naar Poelkapelle Langemark, toen kwam Zonnebeke en ook de Krook, en met een laatste zucht nog Zulte.

Voor ieder kind staat ergens hét boek te wachten: eentje van mij of eentje van een ander rondrijdend pennencircus. Ik had ook in de showbizz kunnen gaan, maar het draaide anders uit en heb enkel woorden om ze te overtuigen om naar hún boek op zoek te gaan. Sommige kinderen storten hun hart uit, andere kijken argwanend. Naast en achter de kinderen: de leerkrachten. Ik hou ervan als ze vrolijk mee hun hand in de lucht steken bij elke vraag die ik stel.

Het thema van de jeugdboekenmaand was dit jaar ‘sport en spel’: niet slecht gekozen – ik heb het zelf ook altijd over worstelen. Een kind verloor een tand tijdens mijn lezing, maar daar had ik niets mee te maken.

Nu ben ik toe aan een winterslaap, geef mij nog maar een dekentje of drie. Want het mag dan wel lente heten, zo lang ik bij de eerste bloesems aan toefjes sneeuw denk, draai ik mij nog eens om. Ik ga dromen over mijn nieuwe hoofdpersonage en over Kuki, haar kat. Maak mij wakker als de zon doorbreekt, en dan vertel ik een verhaal.

Een reactie op “Jeugdboekenmarathonmaand

Plaats een reactie