




Liefste papa,
Alle verhalen die je ons hebt verteld zullen blijven bestaan. Als jongen van tien speelde je in de haven verstoppertje tussen de boten, je stak je weg tussen twee vrachtschepen, niemand die er wat van zei, kleine jongens mochten toen nog veel. Ze pakten je op met een havenkraan en lieten je zo in het water vallen, van meters hoog. In de oorlog liep je naar de eerste Duitsers die in Gent aankwamen, ze zaten op hun moto’s en keken op de kaart, en jij was nieuwsgierig en onbevreesd, ze aaiden je over je bol en dat was dat. ‘Witten,’ was je bijnaam, je haar was zo blond dat het bijna wit was. Je eerste vriendinnetje was een Duitse en leerde je Ich liebe dich zeggen, ze verzorgde je verbrande lippen met een nat washandje. Je was graag bij het leger, als onderofficier mocht je eten in de mess bij de officieren, linnen tafelkleden en veel privileges, je genoot ervan als gewone jongen van de Muide.
Tijdens een lange flierefluitersjeugd liet je jezelf Bob noemen want het Franse Gilbert was een naam die je niet paste, spreek het maar uit als Gílbert, zei je, op zijn Nederlands. Je leerde mama kennen en was meteen verkocht, je gaf haar zwemles en ze had al een zoontje van twee maar je was niet te stoppen: dit was de vrouw van je leven. Twee dochters en vele sporten later ben je met pensioen gegaan, er was tijd zat om te reizen en te genieten van elke dag.
Ik ben vereerd dat ik een van je kinderen was. Ik heb veel geleerd van jou, liefste papa. Zwemmen, fietsen, tennissen en skiën, ja, maar ook hoe je in het leven stond. Je deed je zin en liet je niet leiden door wat je hoorde te doen. Een beetje een eigenzinnigaard, zoals ook opa Baardje dat was, zo vader, zo zoon. Je rekende jezelf nog altijd niet bij de bejaarden, op je achtentachtigste, en je was ook geen bejaarde, je bent altijd gewoon jezelf gebleven, leeftijdloos.
Maar, liefste papa, het was nooit de bedoeling om je zo plots te zien vertrekken. We moeten ons al de hele week in de arm knijpen, is het echt gebeurd, is papa er nu voorgoed niet meer? We vertellen het opnieuw en opnieuw aan elkaar, mama en ik zaten rond de keukentafel bij jou, ‘de nacht is voorbij,’ zeiden we. ‘De nacht is voorbij,’ herhaalde je en je dacht na. ‘Dat ken ik ergens van. Is dat geen titel van een boek?’
Zaterdag zijn we samengekomen om nog een keer afscheid te nemen. Samen zonder jou is niet hetzelfde, maar we hebben toch ons best gedaan om je leven te vieren op een manier die bij jou past, op de plek waar je zo graag kwam. Al je geliefden waren er, en toen het donker was zijn we allemaal samen in het water gedoken. Want als jij dat vorige week nog kon, op je achtentachtigste, dan konden wij dat ook.
De nacht is echt voorbij, nu.
Dag liefste, allerliefste papa.
Dag Gilbert
Ik zag jou voor het eerst in Melsen waar je tenniste met mijn man.
Ik zag je mooie,zachte vrouw, je twee , verwonderd kijkende, meisjes.
Ik zie nu een prachtige sterrenhemel, wetende
Dat jij en allen die ik lief had, door hun “zijn”de donkere nacht sterk,vrolijk,wijs, verlichten.
Knipoog af en toe naar ons*******************
Van harte
Lieve
Xxx
Mijn oprechte deelneming, Evelien! De herinneringen en de dankbaarheid zullen helpen, op termijn, maar het verlies, dat is heel aanwezig. Alle goeds en veel liefs voor jullie.
Xxx
weet je wat zo mooi is aan papa’s, die gaan pas dood wanneer je niet meer aan hen denkt. Sterkte daar!
Xxx
Het was al laat toen ik hem leerde kennen. We hadden weinig tijd, veel te weinig. Een kaartje maakte verder contact onmogelijk. Geen gezellige kout in de tuin, geen verhalen over Zeeland meer. Er rest een foto op het strand in Noord Frankrijk, hij prijkt op een mooie plaats. Wij gedenken een mooie en warme man.
Beatrice De Beer en Dirk Visser
xxx